Poppen en Maskers


Van jongsaf aan maakte en bespeelde ik handpoppen, stokpoppen, schimmen en marionetten. Hoe abstract ook, het zijn levenloze wezens met één gezamenlijk kenmerk: hun mogelijkheden om zich te uiten zijn beperkt. Handpoppen kunnen ja knikken en - iets minder makkelijk - nee schudden. Ze kunnen gaan liggen, maar dan blijft er van het lijf niet veel meer over dan een meer of minder leeg kostuum. Ze bewegen weliswaar hun handjes (maar hebben geen armen), maar veel meer bewegingsmogelijkheden hebben ze niet. Stokpoppen hebben meestal goed scharnierende ellebogen en polsen, waardoor hun arm- en handbewegingen sierlijker en expressiever worden. De bewegingen van schaduwen en marionetten zijn afhankelijk van de te maken constructies. Maar in die beperking zit juist hun kracht: de bespeler moet veel suggereren om zo de fantasie van de toeschouwer te prikkelen.   

Maskers lijken op poppen. Ook een masker vergroot één gemoedstoestand, en die is vervolgens altijd en overheersend aanwezig. Ogen en mond van de speler voegen daar natuurlijk de nodige expressie aan toe. Vervolgens heeft de speler zijn lichaam om zich fysiek en plastisch uit te drukken. Het lijf moet aan het werk! Elk goed werkend theatermasker heeft nog een andere eigenschap: achter de dominante uitdrukking gaat - goed verborgen - de tegenpool ervan schuil, en wel in het lichaam van de acteur!

Stel: het masker toont arrogante argwaan, zoals het hierboven getoond exemplaar. Het lichaam rekt zich op, maakt zich breed en hoekig, de armen spreiden zich gestrekt iets hoger dan horizontaal. De expressie van het masker wordt erdoor vergroot. Door dat lichaam vertraagd en beheersd te bewegen wordt zijn zeggingskracht groter, respectievelijk kleiner.
Dan: het lijf krimpt ineen, het zakt door zijn knieën, de armen bijna als in een gebed, de handen, niet gevouwen maar verticaal omhoog gericht aan weerszijden van het hoofd, de mond wagenwijd open als in een schreeuw, en zie: het personage heeft de doodsangst niet alleen op zijn lijf, maar ook op zijn gezicht geschreven staan.

Een poppenspeler die zijn pop werkelijk tot leven kan brengen, kan ook een goede maskerspeler worden. Hij - of zij natuurlijk! - weet hoe hij - of zij natuurlijk! - met geldende beperkingen kan en moet woekeren! 

Meer over maskers...


 

 


 

 

 

 

Stoel