De 14e eeuwse Antwerpenaar en schrijver Jan van Boendale schreef met zijn Der Leken Spieghel een zeer uitgebreid werk.
Dit boek bevat, onder veel meer, een wonderlijk inzicht in de kinderjaren van Jezus. Ik was blij verrast met deze prachtige en mij totaal onbekende verhalen.
Tevens ontdekte ik dat dit boek een van de inspiratiebronnen geweest moet zijn van een door mij zeer bewonderd schrijver en verteller: Nobelprijs-winnaar Dario Fo.
In Nederland is Fo vooral beroemd geworden om zijn onvolprezen Mistero Buffo.
Zijn befaamde vertellingen, 'jonglerieën' genaamd, werden, naast die verhalen van Jan van Boendale, míjn belangrijkste inspiratiebron.
Jonglerieën zijn monologen vol woorden en grappen die een acteur de kans geven om 'te jongleren met woorden'. Het spelen van en met deze teksten, waarbij het aardse en verhevene hand in hand gaan, is niet minder dan het creëren van verbaal vuurwerk.
In vier jonglerieën vertelde ik over de wijze waarop Maria en Jozef elkaar leren kennen, waarom god de vader zijn zoon naar de wereld stuurt, wat de aanstaande ouders naar Betlehem brengt en waarom zij naar Egypte vluchten.
Maar naast die min of meer bekende 'feiten' vertelde ik vooral wat dat wonderbaarlijke kind J. allemaal aan goddelijk kattekwaad uitspookte. Verhalen - niet voor lange orthodoxe tenen - gebracht met veel vertelplezier, vol humor, ironie en levensdrift...
'Een energieke verteller met wonderbaarlijke verhalen!'
'Zo lang ademloos luisteren naar een echte theaterman doet de tijd stilstaan. Wat een geweldige en soms hilarische verhalen, wat een opbouw, bloedmooi in alles!'