Eind negentiger jaren van de vorige eeuw werd ik benaderd door twee jonge musici: Auke Reuvers (klarinet) en Nico-Jan Beckers (accordeon). Of ik met hen een vertelvoorstelling wilde maken.
Ze lieten mij inspirerende muziek horen, waarbij al snel het Russische sprookje Wassilisa de Schone tot leven leek te komen. In hun spel hoorde ik gierende wind, dicht vallende sneeuw, duistere wouden vol geheimen, een gruwelijke Baba Jaga die onverwachte schatten bood, de goud blinkende vertrekken van
een huwbare tsarenzoon...
Geïnspireerd door de lovende ontvangst van deze voorstelling, besloten we samen verder te werken onder de wonderlijke naam Rood Verlangen. In bijna tien jaar speelden we enkele honderden voorstellingen van zes gezamenlijk gecreëerde muzikale verhalen:
Wassilisa de Mooiste met muziek van Bela Bartok,
De liefde voor de drie Sinaasappelen ook met werk van Bartok,
Venetiaanse Verzinsels met composities van Igor Stravinsky,
Sucho en de Paardenkopviool met muziek van Modest Moussorgsky,
Abdallah van de Zee met composities van Manuel de Falla, en
Het Prinsenkind met muziek van Claude Debussy.
In al deze producties was de muziek veel meer dan dienend en illustratief, die was de tweede verteller. Anders gezegd: ik, de verteller was het derde instrument. Met taal en klank bouwden we kathedralen van verbeelding.
Telkens gingen onze hoofdpersonen op zoek naar grotere zelfstandigheid en meer mondigheid. We toonden ons publiek hoe het verbeeldingskracht en levensdrift kon inzetten bij het opgroeien, alsook bij het ontwikkelen van meer empathie!
Na bijna tien jaar samenwerking werd het tijd om ieder een andere weg in te slaan...